Benadeelde partij en rechtstreekse schade

Benadeelde partij en rechtstreekse schade

Het hof heeft onder andere bewezen verklaard dat verdachte –samengevat- heeft deelgenomen aan een criminele organisatie die tot oogmerk had het plegen van oplichting en valsheid in geschrift met betrekking tot verkoopfacturen en bedrijfsadministraties.

[A] heeft zich in de onderhavige strafzaak als benadeelde partij gevoegd.

Blijkens toelichting van de raadsman van de benadeelde partij ter terechtzitting in hoger beroep ziet de vordering op vergoeding van door de benadeelde partij geleden schade als gevolg van de aan de verdachte ten laste gelegde deelname aan een criminele organisatie.

Het Hof verklaart de benadeelde partij niet ontvankelijk overwegende dat voor de opvatting dat aan het vereiste dat een betrokken benadeelde “rechtstreeks schade heeft geleden door een strafbaar feit uitsluitend is voldaan in die gevallen waarin deze benadeelde is getroffen in het belang dat door de overtreden strafbepaling rechtstreeks wordt beschermd.

Die opvatting is in haar algemeenheid onjuist.

Zij miskent dat de concrete omstandigheden van het geval bepalend zijn voor de beantwoording van de vraag of voldoende verband bestaat tussen het bewezen verklaarde handelen van de verdachte en de door de benadeelde geleden schade om te kunnen aannemen dat de benadeelde door dit handelen rechtstreeks schade heeft geleden (vgl. HR 22 april 2014, ECLI:NL:HR:2014:959, NJ 2014/256).

De Hoge Raad vernietigt.

Ga naar de uitspraak:

https://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ECLI:NL:HR:2016:1522