Onrechtmatige daad. Rekening houden met belangen derden. Wanprestatie niet noodzakelijk

Onrechtmatige daad. Rekening houden met belangen derden. Wanprestatie niet noodzakelijk.

Samenhangende overeenkomsten tussen o.a. projectontwikkelaar en koper, gevolgd door wijzigingsovereenkomsten. Een bij het project betrokken derde vordert schadevergoeding uit onrechtmatige daad van de koper. Moest de koper rekening houden met de belangen van de derde? Is wanprestatie noodzakelijk voor toepassing van de rechtsregels van HR 24 september 2004, ECLI:NL:HR:2004:AO9069, NJ 2008/587 (Vleesmeesters/Alog) en HR 20 januari 2012, ECLI:NL:HR:2012:BT7496, NJ 2012/59 (Wierts/Visseren)

Wanneer iemand zich contractueel heeft gebonden, waardoor de contractsverhouding waarbij hij partij is in het rechtsverkeer een schakel is gaan vormen waarmee de belangen van derden, die aan dit verkeer deelnemen, in allerlei vormen kunnen worden verbonden, staat het hem niet onder alle omstandigheden vrij de belangen te verwaarlozen die derden bij de behoorlijke nakoming van het contract kunnen hebben.

Indien de belangen van een derde zo nauw zijn betrokken bij de behoorlijke uitvoering van de overeenkomst dat hij schade of ander nadeel kan lijden als een contractant in die uitvoering tekortschiet, kunnen de normen van hetgeen volgens ongeschreven recht in het maatschappelijk verkeer betaamt, meebrengen dat die contractant deze belangen dient te ontzien door zijn gedrag mede door die belangen te laten bepalen.

Bij de beantwoording van de vraag of deze normen dit meebrengen, zal de rechter de terzake dienende omstandigheden van het geval in zijn beoordeling dienen te betrekken, zoals de hoedanigheid van alle betrokken partijen, de aard en strekking van de desbetreffende overeenkomst, de wijze waarop de belangen van de derde daarbij zijn betrokken, de vraag of deze betrokkenheid voor de contractant kenbaar was, de vraag of de derde erop mocht vertrouwen dat zijn belangen zouden worden ontzien, de vraag in hoeverre het voor de contractant bezwaarlijk was met de belangen van de derde rekening te houden, de aard en omvang van het nadeel dat voor de derde dreigt en de vraag of van hem kon worden gevergd dat hij zich daartegen had ingedekt, alsmede de redelijkheid van een eventueel aan de derde aangeboden schadeloosstelling.

Blijkens de gedingstukken hebben eiseres onder meer aan hun vordering ten grondslag gelegd dat en waarom het Compaen in de omstandigheden van het geval niet vrijstond de belangen van eiseres bij de behoorlijke nakoming van de bedoelde koopovereenkomst tussen Compaen en DMB te verwaarlozen, en dat Compaen deze belangen had dienen te ontzien door haar gedrag mede door die belangen van eiseres te laten bepalen.

Het hof heeft geoordeeld dat op dit geschilpunt voornoemd beoordelingskader niet van toepassing is op de grond dat niet ervan kan worden uitgegaan dat Compaen is tekortgeschoten in de nakoming van de koopovereenkomst waarmee de overeenkomst eiseres-DMB nauw samenhing. Dit oordeel geeft blijk van een onjuiste rechtsopvatting.

In dat beoordelingskader is bepalend of de aangesproken partij haar verklaringen en gedragingen ter zake van de overeenkomst waarbij zij partij is, mede diende te laten bepalen door de belangen van de betrokken derde, en is dus niet mede vereist dat de aangesproken partij is tekortgeschoten in de nakoming van de overeenkomst waarbij zij partij is en waarmee de belangen van die derde verbonden zijn.

Ga naar de uitspraak:

https://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ECLI:NL:HR:2017:1355