Personen en familierecht: Vordering tot nadere verdeling kan niet verjaren

IMG_0025Art. 3:178 lid 1 BW bepaalt dat ieder der deelgenoten te allen tijde verdeling van een gemeenschappelijk goed kan vorderen. Deze vordering tot verdeling kan niet verjaren.

Art. 3:179 lid 2 BW bepaalt dat de omstandigheid dat bij een verdeling een of meer goederen zijn overgeslagen, alleen ten gevolge heeft dat daarvan een nadere verdeling kan worden gevorderd.

Ook een dergelijke vordering tot nadere verdeling is een vordering tot verdeling van een gemeenschappelijk goed in de zin van art. 3:178 lid 1 BW en uit dien hoofde dus niet aan verjaring onderhevig.

Daarbij is niet van belang of het desbetreffende goed opzettelijk of onbedoeld is overgeslagen.

Het verweer van de man dat de vordering van de vrouw tot verrekening van de pensioenrechten is verjaard, berust derhalve op een onjuiste rechtsopvatting.

De Hoge Raad vernietigt het arrest van het gerechtshof Arnhem Leeuwarden.

Marcus Wagemakers stond de vrouw in cassatie bij.

Ga naar de uitspraak:

http://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ECLI:NL:HR:2015:762