Polen: daadwerkelijke rechtsbescherming

De grote kamer van het Europese Hof van Justitie van de Europese Unie heeft gisteren geoordeeld dat (i) de maatregel waarbij de pensioenleeftijd van de rechters van de Sąd Najwyższy (de hoogste rechter in Polen voor burgerlijke- en strafzaken) werd verlaagd, toe te passen op de zittende rechters die vóór 3 april 2018 bij deze rechterlijke instantie zijn benoemd; en (ii) de Poolse president de discretionaire bevoegdheid te verlenen om de ambtstermijn van de rechters van de Sąd Najwyższy na de nieuwe pensioenleeftijd te verlengen, de Republiek Polen de verplichtingen niet is nagekomen die krachtens artikel 19, lid 1, tweede alinea, VEU (waarborgen daadwerkelijke rechtsbescherming) op haar rusten.

Zie de uitspraak:

http://curia.europa.eu/juris/celex.jsf?celex=62018CJ0619&lang1=nl&type=TXT&ancre=