Krachtens rechtspositionele regeling Politieregio krijgt een agent het recht om een door de rechter toegekende vergoeding wegens beroepsmatig geleden immateriële schade tegen betaling van het nominale bedrag te cederen aan zijn werkgever.
Daarin gelegen voordeel is onbelast omdat het naar maatschappelijke opvattingen niet als beloningsvoordeel wordt ervaren.
In de Nederlandse samenleving wordt geweld tegen politieagenten en andere hulpverleners in het algemeen als onaanvaardbaar beoordeeld. De rechters die schadevergoeding toekennen, doen dit met kennis van deze maatschappelijke opvattingen. Er is geen aanleiding om te veronderstellen dat de betreffende rechterlijke oordelen in het algemeen niet op een breed draagvlak in de samenleving rusten. De regeling in het Besluit algemene rechtspositie politie bewerkstelligt dat agenten het door de rechter als schadevergoeding redelijk geachte bedrag ontvangen; zij worden aldus beoordeeld niet ‘beter’ van de regeling. De omstandigheid dat andere personen dan de werknemers van belanghebbende de hun toegekende schadevergoeding in feite niet of niet volledig kunnen innen, brengt met zich dat voor de politieagenten die deze wel tot het nominale bedrag ontvangen, sprake is van een voordeel, maar niet dat de aard van het genoten bedrag wijzigt van schadevergoeding in beloningsvoordeel.
Ga naar de uitspraak van de Hoge Raad:http://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ECLI:NL:HR:2015:141