In cassatie werd er onder meer over geklaagd dat het hof onjuist had geoordeeld dat voor het kunnen vorderen van vergoeding van interne kosten bepalend is of de gemeente meer of andere (interne) kosten heeft moeten maken door de fout van de notarissen en dat daarvoor onvoldoende is dat het reeds in dienst zijnde personeel werkzaamheden uitvoert.
Een motiveringsklacht richtte zich tegen het oordeel van het hof dat de Gemeente niet heeft uitgewerkt dat zij meer of andere (interne) kosten heeft moeten maken door de fout van de notarissen.
Ook werd in cassatie geklaagd over het oordeel dat het hof het bewijsaanbod van de Gemeente heeft gepasseerd ten aanzien van de uren die zij aan interne kosten heeft besteed.
De Hoge Raad casseert en overweegt dat als vermogensschade mede voor vergoeding in aanmerking komen de redelijke kosten ter voorkoming of beperking van schade, redelijke kosten ter vaststelling van schade en aansprakelijkheid, en redelijke kosten ter verkrijging van voldoening buiten rechte (art. 6:96 lid 2 BW). Ook interne kosten kunnen, voor zover zij redelijk zijn, kunnen voor vergoeding in aanmerking komen. Dat de kosten zien op reguliere werktijd van de medewerkers van de benadeelde maakt dit niet anders.
Zie de uitspraak:
https://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ECLI:NL:HR:2022:874&showbutton=true