Middelenverslaving op zich is geen stoornis in de zin van de Wvggz

Middelenverslaving en Wvggz

Vandaag casseerde de Hoge Raad een Wvggz beschikking omdat een verslaving aan middelen als alcohol en drugs op zichzelf niet tot toepassing van de Wvggz kan leiden.

Er moet volgens de Hoge Raad, om tot toepassing van de Wvggz te komen, sprake zijn van een psychische stoornis van zodanige ernst dat het denken, voelen, willen, oordelen en doelgericht handelen daardoor zo ingrijpend worden beïnvloed dat de betrokkene het veroorzaakte gevaar niet kan worden toegerekend, omdat de stoornis de gevaarvolle daden van de betrokkene overwegend beheerst. Deze psychische stoornis kan voortvloeien uit of samenhangen met de verslaving aan middelen. Het kan ook gaan om een van de verslaving losstaande psychische stoornis van andere aard (‘comorbiditeit’).

De rechtbank heeft onvoldoende gemotiveerd dat de alcoholverslaving van betrokkene het denken, voelen, willen, oordelen en doelgericht handelen zo ingrijpend beïnvloedt dat betrokkene het veroorzaakte gevaar niet kan worden toegerekend. De Hoge Raad casseert en verwijst de zaak terug naar de Rechtbank Overijssel.

Zie de uitspraak:

https://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ECLI:NL:HR:2022:559&showbutton=true