Abonnement mobiele telefoon

In een prejudiciële beslissing heeft de Hoge Raad een belangrijke uitspraak gedaan omtrent mobiele telefoon abonnementen.

Eén prijs voor mobiele telefoon, abonnement en kredietkosten

De richtlijn consumenten krediet

Art. 22 lid 2 van de Richtlijn consumentenkrediet verplicht de lidstaten ervoor zorg te dragen dat de consument geen afstand kan doen van de rechten die hem worden toegekend krachtens de bepalingen van nationaal recht die uitvoering geven aan deze richtlijn.

Art. 23 van de richtlijn voegt daaraan toe dat de lidstaten regels moeten vaststellen inzake de sancties die gelden voor inbreuken op de ter uitvoering van de richtlijn vastgestelde nationale bepalingen, dat zij de nodige maatregelen nemen om te zorgen dat deze sancties worden toegepast, en dat de sancties “doeltreffend, evenredig en afschrikkend” moeten zijn.

Implementatie in het Burgerlijk Wetboek

In het Burgerlijk Wetboek is aan deze verplichtingen vorm gegeven door middel van een aantal bepalingen.

Op grond van art. 7:73 lid 1 BW kan van hetgeen is opgenomen in Titel 7.2A BW niet ten nadele van de consument worden afgeweken. Titel 7.2A BW bevat zelf geen sanctiebepaling die de gevolgen van schending van de informatieverplichtingen uit art. 7:61 lid 2 BW regelt.

Wel blijkt uit de totstandkomingsgeschiedenis dat in geval van niet-nakoming van de in dat artikel opgenomen informatieverplichtingen, de consument de keuze heeft tussen vernietiging van de overeenkomst op de voet van art. 3:40 lid 2 BW, schadevergoeding wegens een tekortkoming op de voet van art. 6:74 BW, of gehele of gedeeltelijke ontbinding wegens een tekortkoming op de voet van art. 6:265 BW, eventueel met schadevergoeding (Kamerstukken II 2010-2011, 32 339, nr. 3, p. 20).

Voorts wordt het niet voldoen aan de precontractuele informatieverplichtingen van art. 7:60 lid 1 of lid 2 BW, ingevolge lid 3 van die bepaling aangemerkt als een oneerlijke handelspraktijk zoals bedoeld in art. 6:193b BW, en derhalve als een onrechtmatige daad.

Vernietiging overeenkomst

De Hoge Raad oordeelt dat het niet afzonderlijk vermelden van de door de consument te betalen koopprijs voor de mobiele telefoon, ingevolge art. 7:61 lid 2, onder e, BW kan leiden tot vernietiging van de kredietovereenkomst.

Ga naar de uitspraak:

http://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ECLI:NL:HR:2016:236